Gebruik van de defibrillator
Elke seconde telt
Een aantal vervelende voorvallen heeft de golfclub enkele jaren geleden doen besluiten om een tweetal Automatische Externe Defibrillatoren (AED) aan te schaffen. Hieronder een korte toelichting om u een beeld te geven over waar u binnen de golfclub een AED kunt aantreffen en wanneer u het apparaat KAN inzetten. Voor alle duidelijkheid wordt het woord kan gebruikt, in plaats van moet.
Er is geen wettelijke plicht, dat u de AED ook moet gebruiken.
Er is geen wettelijke aansprakelijkheid indien u besluit het apparaat niet in te zetten.
Er is geen wettelijke aansprakelijkheid indien u het apparaat hebt ingezet en de getroffene alsnog komt te overlijden.
Uiteraard hopen wij, dat leden de AED verstandig in zullen zetten, zodra een persoon wordt getroffen door een acute hartstilstand (of kamerfibrilleren, waarbij het hartritme ernstig is verstoord en geen bloed meer rondpompt).
Waar vindt u een AED op onze club?
Er hangt een AED aan de buitenzijde van het clubhuis, rechts naast de hoofdinging. Een tweede AED vindt u aan de voorgevel van de woning op adres Golfresidentie 120. Ongeveer halverwege de rondweg Golfresidentie. Beide AED’s bevinden zich in een zogenoemde buitenkast, die beveiligd is met een code. De derde AED bevindt zich op de marshalbuggie. De dienstdoende marshal is overdag in geval van nood bereikbaar via de mobiele telefoon op nummer 06-122 975 47
Waarom het gebruik van een AED?
In Nederland overlijden per jaar ruim 15.000 mensen door een plotselinge hartstilstand? Het blijkt dat slechts 12% van degenen die een acute hartstilstand krijgen in het bijzijn van anderen, de circulatiestoornis overleeft. De oorzaak van een circulatiestilstand ligt meestal in het ontstaan van kamerfibrilleren, een hartritmestoornis die tot gevolg heeft dat de pompfunctie van het hart uitvalt. Door middel van het toedienen van een elektrische schok (defibrillatieschok) kan in veel gevallen deze functie van het hart worden hersteld.
De voornaamste reden waarom de kans op een succesvolle reanimatie zo gering is, komt door het feit dat de benodigde defibrillatieschok te laat komt. Als vuistregel kun je stellen dat de overlevingskans (bij kamerfibrilleren) per minuut met 10% afneemt. Zijn er twaalf minuten verstreken is die kans nog slechts 9%. Uiteraard zijn alle ambulances uitgerust met defibrillatoren. In Nederland bedraagt de gemiddelde aanrijdtijd van de ambulance ongeveer tien minuten. Dit is dus te lang om een hoog percentage op succesvolle reanimatie te realiseren. Elke seconde telt.
Het verhogen van de overlevingskans.
De AED, is een apparaat dat onderscheid kan maken tussen de hartritme stoornissen; waarbij een defibrillatieschok moet worden toegediend en hartritmestoornissen waarbij dit beslist niet mag. De bediening is zo eenvoudig dat in principe iedereen hem kan bedienen. Het apparaat spreekt luid de op te volgen instructies uit, wat het bedieningsgemak zeer ten goede komt en het maken van een levensbedreigende fout volledig uitsluit. Het apparaat meet of er sprake moet zijn van het toedienen van een defibrillatieschok en geeft dat ook aan. Is dat het geval, dan pas kan u het apparaat een dergelijke defibrillatieschok laten geven. Is het niet het geval, dan is het onmogelijk om de schok op eigen beweging handmatig toe te dienen. Het apparaat zal in dit geval uw poging hiertoe weigeren. Recente resultaten van een proefproject in Amsterdam hebben uitgewezen, dat er 72% kans is op overleven als er binnen 5 minuten met defibrilleren wordt gestart!!
De AED heeft dan ook in Nederland al behoorlijk wat levens gered. Het is dan ook niet vreemd dat de overheid het gebruik van een beschikbare AED sterk aanbeveelt.